[anchor id=”25_jan_2012″]
25 januari 2012
Totdat ik om 12.00 uur moest uitchecken, probeerde ik nog een hotel voor Hanoi met airport-service te boeken, omdat ik toch een beetje tegen Vietnam opzie door de negatieve berichten van vele back packers over agressieve mensen en zakkenrollers. Ik ga maar uit van het beste na alle info die Odette mij zond. Van het hotel heb ik helaas geen reactie ontvangen, dus ik hoop niet dat dit van mijn credit card wordt afgeschreven. Wellicht staat er toch iemand op het vliegveld te wachten met een bordje ‘Mrs. I. Koning’. Mijn rugzak had ik in het hotel opgeslagen om nog een uitgebreide lunch te nemen met wifi, zodat ik ook wat vluchten kon boeken, want de prijzen schieten de lucht in hoe dichter bij de vertrekdatum. Op een of andere manier lukt het alsmaar niet om met welke credit card ook te betalen. Dus ik heb weer een beroep gedaan op het thuisfront. Om 15.00 uur was mijn tuk tuk naar het vliegveld besteld, die er uiteraard weer 20.000 kippen meer probeerde uit te slepen. Na te hebben ingecheckt de laatste kippen uitgegeven aan: een prut-souvenir (rugzak zit al bomvol), zak chips en wat pakjes sigaretten (à € 0,50). Helaas werd bij de douane mijn aansteker in mijn heuptas gesignaleerd, maar ik leverde er 1 in en over de andere twee had die het niet :). Ik zit nu in het vliegtuig, die al begon te taxiën terwijl nog lang niet iedereen had plaatsgenomen. We vertrokken dan ook tien minuten vroeger. De rest van het verslag hoop ik vanavond vanuit een of ander hotel te kunnen schrijven.
Helaas geen ophaalservice op het vliegveld. In de Lonely Planet las ik dat er een kaartverkooppunt voor legale taxi’s moest zijn en dat een ritje naar het centrum, inclusief de tolbrug, maximaal $ 10,- mag kosten. Ik wisselde mijn euro’s in voor dollars en pinde een paar miljoen dong. Buitengekomen was het donker en Hollands miezerig weer en werd ik overvallen door taxichauffeurs. Voet-bij-stuk houdend ging ik op zoek naar de kaartverkoop, die er niet bleek te zijn en de eerste de beste taxichauffeur vroeg $ 25,-. Door alle negatieve verhalen voelde ik me niet op mijn gemak en toen ik een grote man bij een taxi zag staan, vroeg ik gelijk of hij ook naar die Old quarter ging en liet de chauffeur zien waar ik heen wilde en na onderhandeling mocht ik mee voor $ 10,-, terwijl de Canadese man beduidend meer had betaald en ik heel brutaal in ‘zijn’ taxi stapte. Ik bood mijn verontschuldigingen aan met het excuus dat ik het allemaal toch wel eng vond. Hij had alle begrip.
Na een half uur werd de Canadees afgezet en moest de chauffeur zoeken naar het door Odette uitgezochte hotel, maar toen zag ik opeens het hotel waarvan ik geen boekingsbevestiging had en ging daarheen. Vol, maar ze hadden nog een locatie. Achterop de scooter, wat een verkeerschaos, bij een mini-meisje met al mijn bepakking leidde zowat tot een wheely. In dit hotel werkte de wifi niet in de kamer, dus de volgende hotel-kennis werd gebeld. Dit keer moest ik met de taxi die ik niet zou hoeven te betalen. Ik had al iets gelezen over samenwerkende hotels/taxi’s enz. en kreeg er een naar gevoel over. Ik moest toch iets in het donker en volgde hun plan. De taxi was inderdaad gratis en ik belandde in een grote goed uitziende kamer (Vietnam Guesthouse) met wifi, die voor 1 nacht beschikbaar was. Hier had ik mijn eerste kakkerlak-ervaring van deze reis. Eerst probeerde ik het megabeest met een kleedje mijn kamer uit te jagen, maar dat had tot gevolg dat die achter de kast verdween. Toen die na een kwartier weer tevoorschijn kwam, heb ik de receptionist maar gehaald. De oplossing was simpel: een kleine voetzool, gruuu. Ik verving het avondeten door een zak chips.
Morgen weer een volle dag, maar daarover in het volgende verslag meer, want het is wel weer genoeg tekst voor vandaag 🙂
[svgallery name=”2012-01-25-vietnam”]
[anchor id=”24_jan_2012″]
24 januari 2012
De vertrektijd van de boot van Nong Khiauw naar Luang Prabang was pas om 11.00 uur. Dus ik startte met een sandwich ei/bacon en een verse jus bij chill-restaurant Coco’s, zodat ik een goede bodem voor de boottocht had. Toen ik bij de haven aankwam, bleken er slechts zes mensen zich te hebben gemeld voor de bootreis, waaronder een Australische dame die al drie dagen trachtte weg te komen. Deze dame probeerde iedereen in de boot voor Luang Prabang te praten en het lukte haar; uiteindelijk had ze 14 mensen bij elkaar, zodat wij voor het reguliere tarief mee konden. Dat was een ere plaats op de gevoelige plaat waard! We vertrokken om 12.15 uur voor de vijf uur durende tocht. De boten dienen gelijk ook voor transport van allerlei goederen, maar toen er een zak ijs bij ruim 30 graden werd ingeladen, had ik toch mijn vraagtekens.
Ik dacht: hierover zal ik niet veel te schrijven hebben, want we hobbelen gewoon de rivier weer af, maar niks blijkt minder waar te zijn. Ik ging goed op pad met een fles water, maar vergat eten en de net te strak zittende spijkerbroek met een dikke naad aan de achterkant was ook niet echt handig, maar een kniesoor die daarop let. Eten kreeg ik uiteindelijk in overvloed van de medepassagiers.
Ik bemachtigde een plek dichtbij de motor met veel herrie, maar genoeg ruimte om op de bank te liggen. Uiteindelijk koos ik mijn toevlucht zelfs tot het ‘zonnedek’ en lag daar heerlijk te bakken.
Halverwege de reis stopte de motor ermee en er brak lichte paniek uit toen we vrolijk naar het vertrekpunt terugdreven. Na enige tijd kreeg de kapitein de motor weer aan de praat en voeren we weer de goede kant op. Wat genoot ik weer van de omgeving. Het is hier echt nog schitterend, maar voor hoelang? De toeristenboten (ja, ja, guilty) varen in grote getalen over de Nam Ou-rivier en er wordt een snelweg dwars door het landschap aangelegd.
Geleidelijk aan kwam Luang Prabang in zicht, maar dat zegt nog niks. Ongeveer een half uur voor het eindpunt waren er weer motorproblemen, dit keer bleek de diesel op te zijn. De paniek was nu iets groter, omdat we met een behoorlijke snelheid richting een rotspartij dreven. Een andere boot was onze redding en nam ons op sleeptouw naar het dichtstbijzijnde benzinestation, zodat we om 17.00 uur toch veilig in Luang Prabang aankwamen.
De tuk tuk vroeg eerst 30.000 kippen voor het vervoer naar Cold River guesthouse, maar ik wist inmiddels dat ik hiervoor normaal 10.000 betaal en daarvoor kwam ik ook weg (trots!). Aangekomen bij het guesthouse stond de hele familie in opgewondenheid te gillen toen ik weer bepakt en bezakt kwam aanlopen. Loom 6 was helaas niet vrij, maar loom 2, ook dichtbij het modem, wel.
Door mijn zonnebad was ik van top-tot-teen verbrand; dus een massage zou niet veel ontspanning brengen. Als alternatief koos ik voor een uitgebreide haarwasbeurt met hoofdhuidmassage voor een uur en dat was ook niet verkeerd. Moe van alles nam ik pad thai mee naar de kamer en ging redelijk vroeg slapen. Gemiddeld slaap ik hier niet meer dan vier uur per nacht, dus ik kon wel wat rust gebruiken.
[svgallery name=”2012-01-24-laos”]
[anchor id=”23_jan_2012″]
23 januari 2012
Vandaag verliet ik om 8.30 uur het Nam Ou guesthouse richting de haven. Daar aangekomen, bleken er slechts twee back packers mijn richting op te willen gaan en zelfs een dorp eerder te willen uitstappen (Muang Ngoi Neua). Voor drie passagiers vaart de boot niet en we moesten een uur wachten. Gelukkig vertelden de Luxemburgers mij dat er een bank was, die wel geld wisselde. Zij pasten op mijn rugzak en ik ging met mijn euro’s op pad, maar die werden helaas niet geaccepteerd. Wel kon ik mijn restant Thaise bath omwisselen, zodat ik weer 20.000 kippen had. Na een dag niet eten, vond ik dat ik wel recht had op een back packers dagrantsoen: zakje droge biscuit en drie bananen voor € 0,60. Ik begin trouwens steeds meer op een back packer te lijken: ik heb al drie dagen en nachten dezelfde kleding aan en zwarte nagels.
Bij terugkomst hadden zich nog drie back packers gemeld, maar helaas ook voor Muang Ngoi Neua. Voor zes personen wilde de boot wel uitvaren, maar wel tegen de prijs van tien personen. Blijkbaar wilden iedereen graag weg, want we waren allemaal bereid de meerprijs te betalen en ik kreeg het zelfs voor elkaar dat ik door kon naar Nongh Khiauw. Wonderbaarlijk kwam ook in de haven mijn guardian-dog weer kwispelend naar me toe lopen en ik vond dat hij na zijn ondersteuning van gisteren een behoorlijke hoeveelheid van mijn biscuitjes had verdiend. De overige back packers keken mij verbaasd aan, omdat ik de hond voerde, maar nadat ik het verhaal had verteld, begonnen ze hem zelfs te aaien. Ook nam ik toch nog enkele foto’s van Muang Khiauw.
Wat was ik blij dat ik weer op het houten bankje en in het laadruim plaats kon nemen. Dit keer trouwens wel in leuk gezelschap, maar door de herrie van de motor kon je elkaar niet verstaan. Onderweg werden er nog wat locals opgepikt. Het is mij een raadsel hoe dat wordt afgesproken: bij bananenboom 26? Bij een vissersboot werd gestopt voor visinkoop en uiteindelijk arriveerde ik om 15.15 uur in Nongh Khiauw. Het voelde bijna als thuiskomen. Van de Nederlanders had ik een guesthouse-tip gehad. Dus ik liep regelrecht op mijn doel af en boekte voor € 6,- een schone kamer met warme douche en zelfs af-en-toe internet. Mijn volgende doel was een minibus proberen te regelen voor morgen naar Luang Prabang, maar hiervoor was ik de enige en dan kost het gewoon € 70,-. Dus ik besloot op de boot te gokken, zeven uur varen.
Nadat ik mijn verplichtingen had volbracht, was het hoog tijd voor een hamburger met patat. Na twee dagen nauwelijks te hebben gegeten, leek het alsof ik bij De Librije zat! Ook liet ik mij verwennen met een mini-massage, ja de kippen zijn nog steeds schaars. Toen ik een foto van masseur wilde maken, vond hij dat zo leuk dat hij mij ook op de foto wilde zetten. Na te hebben uitgelegd dat je op een knopje moet drukken, lukte het de foto te maken. We raakten wat aan de praat en hij vond dat blijkbaar zo leuk, dat ik mee moest naar de keuken om iets te eten. Ik kreeg een banaan en appel in stukjes op een schotel aangeboden als gebaar van gastvrijheid. Toch bijzonder dat mensen die zo weinig hebben, dit dan toch met je delen.
’s Avonds nog een Thom Khai Khai-soepje gegeten, zodat ik mijn vlucht naar Hanoi kon boeken en mijn zus via Skype gelijk bijgepraat over het gebeurde, voordat ze mijn verhaal zou lezen en zich rot zou schrikken.
[svgallery name=”2012-01-23-laos”]
[anchor id=”20_jan_2012″]
20, 21, 22 januari 2012
Alweer enige dagen zonder internet en ik ben helaas van het Laotiaanse paradijs in de zeer harde werkelijkheid van noord Laos beland. Ik huil hier tranen met tuiten van heimwee en zie als enige uitweg alles van me af te schrijven. Wordt het verhaal je te lang, gewoon skippen.
Volgens mij was ik geëindigd bij 20 januari: mijn teutelmiddag bij Riverside. Ik besloot ’s avonds bij Vangmanee te gaan eten, om afscheid te nemen van 1 van de Nederlanders die daarvandaan om 20.00 uur met de bus zou vertrekken naar de volgende bestemming. Zo gezegd, zo gedaan en het werd nog gezellig omdat de andere reisgenoten ook aanwaaiden en de bus uiteindelijk om 23.00 uur kwam.
Ik genoot van een heerlijke nacht in luxe en weelde en het inbegrepen ontbijt aan de rivier. Dus een goede basis gelegd voor de boottocht naar Muang Khua, dat net zo mooi zou zijn als het dichterbij gelegen Muang Ngo Neua, maar waar ze wel internet zouden hebben. Aangezien ik als alleenreizende het prettig vind contact met de buitenwereld te houden, besloot ik de laatstgenoemde plaats te skippen en gelijk naar de grensplaats met Vietnam te gaan.
Het zou nog spannend worden of er genoeg gegadigden waren voor de boot, anders zou die niet eens gaan. Gelukkig was de ‘haven’ snel te vinden en schreef ik me op een lijst in en de tocht ging door. Al schreeuwend maakten de kapiteins duidelijk in welke boot je moest stappen.
Uiteindelijk voeren we om 11.30 uur uit. Een boot volgeladen, zodat je hutjemutje op de houten bankjes zat, maar gelukkig stapten het merendeel na 1 uur uit en waren wij slechts met zes man over voor de bestemming Muang Khua. Een Duitser en de rest Fransen; dus een en al gezelligheid 😉 Snel de i-pod op het hoofd en ik genoot van de tocht; waarvan ik op een gegeven moment zelfs emotioneel werd: wat een bevoorrecht persoon voelde ik mij om dit alles te mogen aanschouwen. In een schitterend berglandschap wonen op enkele plekken mensen. Daar zie je in de rivier spelende kinderen, zich absoluut niet bewust van de grote buitenwereld. Ik voelde me af en toe net Bea: terugzwaaien naar iedereen. Alhoewel ik een houten reet had en daarom af en toe in het laadruim ging liggen en soms een klots water over me heen kreeg in een rapid, was het een zeer mooie tocht.
Om 17.00 uur arriveerden we in Muang Khua, maar wat een tegenstelling trof ik hier. Het leek alsof de oorlog net had plaatsgevonden en ik voelde me heel ongemakkelijk. Aangezien een Nederlander had verteld dat het uitgezochte Nam Ou guesthouse wel erg basic was, had ik op travelfish.com al gegoogled voor iets anders en vond een recent geopend hotel. Samen met de Duitser ging ik op zoek, maar die dook al ergens anders naar binnen. Pech onderweg, want de mijne zat vol. Terug naar het dorp en daar vond ik een kamer bij het eveneens pas geopende Manhchay zelfs het plastic zat nog om het matras en gaf daardoor veel warmte. De kamer was in ieder geval voor het donker (18.00 uur) geregeld.
Sinds aankomst hier wilde ik maar een ding: hier weer zo snel mogelijk weg. Ik probeerde informatie te krijgen over de vertrektijd van de bus naar Dien Bien Phu, maar die varieerde tussen 5.00 en 11.00 uur. Aangezien ik niet de kans wilde lopen de bus te missen, besloot ik vroeg op te staan.
Ik liep de Duitser weer tegen het lijf en we dineerden samen. Alhoewel hij een of andere anti-Amerikaanse propaganda verkondigde, was dit beter dan alleen in deze spookstad te eten. Om 20.00 uur had ik het wel gehad en mijn wekker moest op 4.30 uur dus op tijd naar bed gegaan. Wat een geluk had ik 🙁 het Chinees-nieuwjaar werd gevierd met een hoop harde muziek, maar met een slaappil en oordoppen lukte het toch na lange tijd in slaap te vallen.
Goed, om 5.00 uur stond ik dus in het pikkedonker buiten en kwam de hoteleigenaresse zeggen dat de bus om 6.00 uur zou gaan. Ik maar weer een half uurtje terug naar de kamer om om 5.30 uur richting de bus te gaan, die vanaf de overkant van de rivier zou vertrekken. Daar zat ik dan in het donker, vergezeld van mijn guardian-dog, varkens en kippen, op een bankje te wachten op wat er wellicht zou gaan gebeuren. Opeens verscheen er een schim en ik moest alle moeite doen niet in paniek te raken, maar het was iemand die naar een bus wees, maar verder gebeurde er niets. Ongeveer een half uur later kwam er weer iemand op de proppen en die vroeg zowaar in het Engels: “Where do you go?’ Dit bleek de kaartverkoper te zijn, maar die schoof gezellig bij de andere man aan en wederom gebeurde er een half uur niets tot ik werd ontboden naar een gammel bootje te gaan, die ons in hurkpositie overbracht. Een kwartier later werd de bus met een soort pont overgezet. Ik hoefde geen kaartje te kopen, omdat ik de enige passagier was en ik had geluk, want dit was de laatste bus. De komende vier dagen rijden er geen bussen in verband met festiviteiten.
Nou daar ging ik eindelijk met op een afstand van ongeveer 1 km al acht stops om allerlei spullen in te laden. Inmiddels waren er ook enige locals ingestapt en maakte een van hen met een handgebaar duidelijk dat er geld moest komen. Aangezien de overige passagiers ook betaalden, deed ik dat ook maar en toen …… kreeg ik opeens een flashback bij het zien van mijn paspoort, KUT mijn Vietnam-visum gaat pas over twee dagen in. Daar zit je dan in je eentje, niet wetende wat te doen en geen mens verstaat je. De eerste gedachtegang was de gok te wagen, ik zou vast wel twee dagen kunnen ‘kopen’, maar vervolgens kreeg ik visioenen dat ik twee dagen met mijn rugzak in niemandsland tussen Laos en Vietnam op straat zou moeten doorbrengen, want mijn Laos-visum is ook maar voor een single entry. Mijn uiteindelijke besluit was om terug te gaan. Dus ik tikte de ‘geld-man’ op zijn schouder en zei: non Dien Bien Phu, yes Muang Khua en liet vervolgens mijn visum zien. Nadat deze door de hele bus was gegaan, leek de boodschap duidelijk. Ik wachtte af en ja hoor, bij een volgend dorp werd mijn rugzak door een raam gepropt als teken dat ik moest uitstappen.
Daar sta je dan in the middle of nowhere en niet wetende wat te doen. Als een godsgeschenk verscheen er een zeer goed Engelssprekende man die vertelde dat de bus tussen nu en 1½ uur zou gaan. Van alle stress wiggelden de tranen over mijn wangen. Ik werd getroost door de man en hoewel ik bijna in mijn broek piste week ik geen centimeter van zijn zijde en raakten we ook aan de praat. Dit keer wel een kaartje gekocht bij twee buiten zittende mensen op plastic stoeltjes. Na twee uur in een wrak van een bus over onverharde weg te hebben gehobbeld, zag ik de spookstad weer voor me.
Als eerste ging ik naar de boten in de hoop dat ik weer terug kon naar Nong Khiauw, maar dan moest ik een kaart kopen voor de prijs van de hele boot (€ 120,-). Ik probeerde nog wat andere naar vervoer zoekende backpackers te charteren, maar die hadden andere plannen. Aangezien er nergens gepind kan worden, kon ik de bootreis niet betalen. De kippen vliegen mijn zak uit met al die bloopers. De enige mogelijkheid is om mij morgen om 8.30 uur weer te melden in de hoop dat er dan genoeg passagiers zijn om de kosten te delen. Vervolgens was ik nog getuige van de nodige dieronterende activiteiten; dus ik had het helemaal gehad.
Zwaar ontdaan en met een lege maag ben ik toch naar Nam Ou guesthouse gegaan, want elke kip is er nu 1. En daar zit ik dan met een behuild gezicht en een flesje hotelwater, proberend alles van me af te schrijven, maar wat zal ik blij zijn als ik hier weg kom! Mijn planning is nu om met de boot terug te gaan naar Nong Khiauw, daar moet ik overnachten om hopelijk de dag daarna de bus naar Luang Prabang te kunnen nemen en vanaf daar met het vliegtuig naar Hanoi (Vietnam). De slechte optie is dat ik hier vier dagen wacht tot er weer een bus gaat.
Van de bootreis heb ik foto’s gemaakt, maar hier durf ik mijn camera niet eens tevoorschijn te halen. Ook merk je hier duidelijk dat de Vietnamezen en Chinezen het land aan het overnemen zijn.
Alsof het verhaal nog niet lang genoeg is, moet ik toch ook de oorlogsverhalen van de Engelssprekende man delen.
. Er zijn hier in de oorlog meer bommen gegooid, dan in de tweede wereldoorlog en nog steeds vallen er slachtoffers door niet-ontplofte bommen.
. De inwoners schuilden in grotten en konden geen vuur maken om te koken, want daarmee verraadden ze zichzelf.
. Het rivierwater was door de Amerikanen vergiftigd.
[svgallery name=”2012-01-21-laos”]
[anchor id=”19_jan_2012″]
19 januari 2012
Wauw, wat een leuke trip had ik gisteren naar de 100 watervallen met Tiger Track. In totaal waren we met een Duitser en zes Nederlanders, waarvan twee zelfs uit Santpoort-Noord. Hoe is het toch mogelijk in zo’n kleine plaats, bijna afgesloten van de buitenwereld. Uiteraard moest er eerst worden gevaren om na een uur in een dorp aan te komen. Vervolgens weer 40 minuten klimmen om aan de uiteindelijke uitdaging om 100 watervallen te trotseren te beginnen. Wat gaaf was dat zeg, hangend aan touwen en boomtakken klommen wij omhoog naar de 100ste waterval alwaar wij werden beloond met een behoorlijke stortdouche. Nu was ik echt Inyana Koning 🙂 Toen volgde een overheerlijke lunch, waarvoor we zelf de borden van bananenbladeren maakten. De restanten gingen naar een hond in het dorp, waar het bij aankomst volop feest was vanwege een bruiloft. Wij dronken gezellig met de locals heel wat glazen LaoLao (zelfgestookte jenever) en iedereen kwam lekker los. De sfeer zat er goed in en we besloten bij terugkomst in het dorp nog even door te gaan met drinken en ook nog wat eten.
Na een tweede nacht in guesthouse CT met zogenaamd internet, dat hier een schaars goed is, was ik het zat in mijn kamer met miljoenen anderen, in rioollucht en met een piswaterstraaltje, terwijl internet het toch niet deed. Ik besloot toch nog een keer bij Riverside te vragen om een kamer en er was er 1 vrijgekomen! Het kost wel wat, maar liefst € 31,- per nacht, maar ik kwam in een paradijs met zelfs een stortdouche; wat heb ik een heerlijke teutelmiddag gehad. Ook hier geen internet, dat vind je alleen in een enkel restaurant. Dus ik blijf maar ‘uiteten’ gaan 🙂 . Ik geniet dan nu ook van mijn Thom Khai Khai-soep bij Vongmany en neem hier gelijk afscheid van een busgenoot, die de nachtbus naar de volgende bestemming neemt.
Een heel grote G#$%^%^&*()_VD:
ben voor € 65,- euro afgezet bij de aankoop van kippen bij een vaag bureautje, omdat alle ATM’s leeg waren en ik geld nodig had voor het noorden.
[svgallery name=”2012-01-19-laos”]
[anchor id=”17_jan_2012″]
17 en 18 januari 2012
Gisteren had ik een ‘rustdag’ . Dat wil zeggen ik heb ontbijt op bed gehaald en lekker op mijn laptop zitten rommelen. Helaas moest ik de deur nog uit om mijn paspoort met visum voor Vietnam op te halen. Het zweet brak me toch wel een beetje uit toen pas uit lade tien mijn paspoort boven tafel kwam, maar het is geregeld! Ook moest ik miljoenen kippen halen, omdat in het noorden de pinmogelijkheden beperkt schijnen te zijn. Ik voelde me niet helemaal toppie en kwam gelukkig Kirsten al tijdens mijn boodschappenronde tegen, zodat ik niet tot 19.00 uur hoefde te wachten voor onze dinerafspraak. Heel lief nam ze bezorgd het heft in handen en regelde dat ik snel wat te eten kreeg. Daarna ben ik mijn bed weer ingedoken en vroeg haar op de nachtmarkt nog naar een applicatie van Laos te willen kijken, omdat ik die niet kon vinden (voor de verzameling op mijn rugzak).
Vandaag spraken we om 7.00 uur aan de ontbijttafel af (lees: een gammel tafeltje in een voortuin) en wat denk je: ze had een applicatie en sleutelhanger gevonden. Verder kreeg ik ook nog een paar telefoonkaarten en boeken van haar. Om 8.00 uur al mijn spullen weer in de rugzak gepropt en om 8.30 uur werd ik opgehaald voor de reis naar Nong Khiauw. De bus was prima, er zat zelfs vulling in de stoelen en ook de weg was redelijk begaanbaar. Grappig om te zien dat er ‘ander en ouder volk’ naar het noorden trekt dan vanuit Vang Vieng, waar ik met alleen feestgangers in de bus zat. Kortom, onze rit was erg gezellig en voordat we het wisten waren we in Nong Khiauw. Het door Odette uitgezochte hotel had ik twee keer tevergeefs voor een reservering gemaild en bleek ook bij aankomst vol te zijn. Met een van de busgenoten zocht ik een andere slaapplaats en eindige uiteindelijk bij Meexai guesthouse in een schattig hutje met internet! Dit is voor deze regio uniek. Wederom een grot bezocht, maar dit keer met het verhaal over de secret war. Het blijkt dat de Amerikanen ook Laos hebben gebombardeerd en hier identieke stelselgangen als in Vietnam zijn aangelegd. We wurmden ons door zeer nauwe gangen; ongelooflijk dat hier mensen hebben geleefd! Helaas eindige de trip in diepe treurnis toen voor mijn ogen een hond werd doodgereden door een brommer, die vol gas gewoon doorreed. Stond ik daar ff lekker te janken, grrrrr. Geheel ontdaan, bleek bij thuiskomst internet ook nog eens niet te werken en nam ik mijn laptop mee naar een restaurant waar wel internet was. Hier werden ook kamers verhuurd en na wat internettesten besloot ik hier een kamer te nemen. Snel mijn spullen opgehaald en verkast. Morgen moet ik nog wel betalen (€ 5,-) voor het hutje, maar dat zij zo. Ik at met drie Nederlanders en voor de 100 Waterfalls-trip, die ik morgen ga maken, schijnen zich zes Nederlanders te hebben opgegeven. Dus we gaan op zoek naar een Nederlandse gids. Dan te bedenken dat ik in een dorp van niks zit.
Pluim op de hoed van mijn zus
Kirsten uit België wil ook zijn My sister’s journey boek
Twee Canadezen worden je eerste klant van je eigen reisbureau!
[svgallery name=”2012-01-18-laos”]
[anchor id=”15_jan_2012″]
15 en 16 januari 2012
Vandaag stond de wekker maar liefst op 5.30 uur om de aalmoesronde van de monniken te aanschouwen. Dit houdt in dat de monniken langs de straat gaan om eten te krijgen van mensen langs de weg. Ik las in de Lonely Planet dat de Laotianen het spijtig vinden dat dit een soort toeristische attractie wordt. Dus ik nam bescheiden alleen mijn kleine camera mee. Op het moment dat ik de tuk tuk uitstapte, die op dit tijdstip gewoon ook al rijden, werd ik bestormd door Laotianen die je aalmoezen voor de monniken wilden verkopen en stonden er rijen toeristen met dikke camera’s en filmapparatuur langs de kant van de weg. Hoe zo geen attractie? Gelukkig waren er ook koffiekraampjes waar ik op mijn gemak wachtte op de monniken. Een lange rij monniken zamelden aan de ene kant eten in en gaven dat aan de andere kant deels weer aan bedelende kinderen weg. Toen snel met de tuk tuk terug naar het hotel. De eigenaren lachen zich een deuk om mij: zo kom ik binnen met een homepizza en deze morgen met een ontbijt gemaakt door de overburen. Probeer trouwens aan een niet Engelssprekende Laotiaan maar eens duidelijk te maken dat je een sandwich ei wil. Stond ik ’s morgens om 7.00 uur te kukelen op het terras. Ik ga nu snel het servies weer terugbrengen, de rugzak opslaan en het hotel betalen. Om 8.30 uur word ik gehaald voor de volgende tweedaagse trekking. Spreek jullie later!
Wat een ervaring was dit weer, maar lief zusje mag het volgende keer een Japanse hop-on-hop-off touringcar excursie worden :). Wederom ben ik gesloopt na zes uur bergklimmen tijdens de Green Discovery tour, maar wat heb ik een hoop over het land geleerd. In hoofdlijnen zijn er drie groeperingen: Laotianen, Khmu en Hmong.
Khmu: zijn van oorsprong Cambodjanen. Leven halverwege de berg en kunnen daardoor hun sticky rijst in natte velden telen.
Hmong: leven bovenop de berg en moeten daardoor hun ‘gewone’ rijst in droge velden telen. Hebben veel dieren, die met speciale gebeurtenissen worden gegeten.
Stamweetjes
- De mannen gaan ’s middags met een haan de jungle in om een plek te vinden waar vogels zitten. Ze overnachten daar en hopen dat het hanengekraai de volgende ochtend de vogels doet uitvliegen, zodat die geschoten kunnen worden
- Er wordt van dag-tot-dag geleefd; afhankelijk wat de jungle biedt, is er eten op tafel. Anders blijft het beperkt tot drie rijstmaaltijden per dag, daarvan slaan ze namelijk de hele oogst op
- Als een hut een golfplaten dak heeft, is de familie rijk. In het andere geval is het dak van helmgras
- Het minimaal aantal kinderen is zes, maar meestal zijn het er zeker tien met als doel zorg voor de ouders later
- ’s Morgens worden er twee emmers water bij de pomp gehaald waarmee ze zich wassen, koken en de was doen
- Gekookt wordt er op houtvuur
- Alvorens er wordt gegeten, wordt eerst eten geofferd voor overledenen.
Mijn tour
Ik was de enige idioot die deze trip had geboekt en had dus de beschikking over een Hmong privé-gids. We reden ruim een uur, kochten onderweg vis voor de lunch, alvorens de wandeling startte met een rivieroversteek. Vanaf dat moment ging het bergopwaarts, passeerden we een Khmu-stam, zagen we goudzoekers in de rivier en vertelde de gids slechts $ 15,- per maand te verdienen en zijn ouders hem rijst moeten sturen, anders had hij geen eten, douchen doet hij in de rivier. Terwijl wij genoten van onze lunch op de rivierbedding, kwamen er opeens drie Khmu’s met messen uit de jungle. Ik kreeg wel even de schrik van mijn leven, maar zij gaan daarmee de jungle in om eten te zoeken. De vis die al vier uur in de zinderende hitte in de tas had gezeten, viel niet geheel goed. Ik sleepte mij de rest van de tocht dan ook met samengeknepen billen naar boven uitkijkend naar een ‘toilet’. Aangekomen bij het guesthouse sliepen wij in de woonkamer waarin alleen heel veel balen rijst waren opgeslagen en achter schermpjes van 2×3 meter sliepen ieder tien mensen. Voor ons was een houtenplank geregeld en de toilet bleek tot overmaat van ramp de boesch boesch te zijn. Met mijn schamele drie zakdoekjes probeerde ik een rustig plekje buiten het dorp te vinden, dat bleek onmogelijk doordat ik werd gevolgd door een hele horde kinderen. Toen ben ik maar een boek gaan lezen. Voordat het donker werd, keerde ik terug naar het dorp, maar was helaas vergeten de straat en het huisnummer van de bamboe hut te noteren :). Als een grote blanke reus had ik alle dorpelingen al honderd keer een sawadee gegeven en toen ik eindelijk de juiste hut dacht te hebben gevonden, stond ik bij andere mensen binnen. Met mijn slaapgebaar kwam ik niet ver. Gelukkig was de gids mij gaan zoeken en kwam ik uiteindelijk weer bij het guesthouse. Er werden drie krukjes en een tafel voor ons en de vader neergezet. Er kwam een wasteil met rijst, bamboeschutten uit de jungle en pompoensoep (lees: pompoen met heet water) op tafel. De moeder bewaakte de voortgang en zorgde voor aanvulling. Deze familie had trouwens goud gevonden en waren in het rijke bezit van een ‘stereo-installatie’ waarnaar ze met z’n allen de hele dag zaten te staren. Ik genoot nog van het schitterende uitzicht en de met sterren bestrooide hemel. Ongewassen en in mijn dag kleding ben ik in mijn lakenzak gekropen.
De gids had oploskoffie meegenomen en bakte eieren voor ons. Blijkbaar at ik mijn ei veel te gulzig op, want de mannen aten slechts de helft van 1 ei en lieten de rest achter voor moeders en de tien kinderen. Dat kwartje was bij mij helaas niet gevallen en ik schaamde mij diep (Loeki, ik gaf wel je boekenlegger aan een van de kinderen cadeau). Ik voelde mij ook bezwaard foto’s te maken. Toeristen komen hier namelijk nauwelijks. Wij bezochten de goudmijn op de Gouden Berg alwaar de bewoners bij toerbeurt naar hun geluk op zoek gaan op 200 m diepte. Helaas hebben de Chinezen dit gebied ook ontdekt en gaan als Komatsu’s (grote graafmachine) door de porseleinenkast. Via het dorp begonnen wij aan de afdaling. Alhoewel dit minder zwaar is, was de tocht vol spannende momenten waarop ik van steen naar steen over riviertjes moest springen en over veel te smalle en glibberige paadjes liep. Beneden gekomen aten wij nog noedels om uiteindelijk moe in de auto te kunnen neerploffen. Wat genoot ik van mijn warme douche, iets waar de dorpelingen nog nooit van gehoord hebben en dag-in-dag-uit in de stof moeten zien te overleven.
Diner voor twee
Ik genoot met de Belgische Kirsten van Laotiaans-fondue in een tropisch aangelegd restaurant. Hierbij wordt een met brandend hout gevulde stenen bak in de tafel geschoven; daarop komt een piramidevormige pan met een goot aan de onderkant. In de goot gaan de bouillon en groenten en op de piramide grill je het vlees (o.a. buffalo).
Opstekers van de dag
- Ik had een T-shirt in ‘schutkleuren’ met mouwen gekocht voor € 2,-.
- En ik had mijn GPS-tracker bij me!
[svgallery name=”2012-01-15-laos”]
[anchor id=”14_jan_2012″]
14 januari 2012
Vandaag fietste ik door Luang Prabang alsof het Haarlem is. Het enige verschil is de overheerlijke kokosnoot in mijn mand. Begin al aardig de weg te kennen en moest wederom wat dingen regelen. Alhoewel de immigratiedienst om de hoek van mijn hotel is, heb ik zes blokken rond gefietst, omdat de straatnamen niet zijn aangegeven. Uiteindelijk zag ik het bord immigratiedienst en wilde ik mijn Vietnam-visum regelen, maar net als in Nederland was het in het weekend gesloten. Aangezien ik maandagmiddag pas laat terug kom van wederom een tweedaagse tour, zou mijn visum niet op tijd gereed zijn voor vertrek woensdag a.s. naar Nong Kiau, dat op de route naar Vietnam ligt. Dus toch maar naar zo’n doe-het-alles-zaak geweest waar ik mijn visumaanvraag indiende en met de snel service hoop ik het dinsdag te kunnen ophalen. Helaas kon ik ook geen boot naar Nong Kiau boeken, omdat het water in de Mekong te laag is. Dus heb ik er maar voor gekozen de minibus te boeken. Tijdens mijn lunch begon het te regenen (ja, ook hier) dus ik ben lekker lang onder de luifel blijven zitten en gelukkig ging mijn lunch gepaard met wifi. Toen het wat droger werd, ben ik op zoek gegaan naar Red Cross massage en zoals de naam al zegt, was dat inderdaad een soort rode kruis, maar vanaf de eerste verdieping werd ik al geroepen voor wederom een wonderbaarlijk fijne massage. Voor morgen staat mijn wekker op 5.30 uur, zodat ik de aalmoesronde van de monniken kan zien. Om 8.30 uur wordt ik opgehaald voor mijn tour. Dus tot over twee dagen!
[svgallery name=”2012-01-14-laos”]
[anchor id=”12_jan_2012″]
12 en 13 januari 2012
Ik ben er weer, maar ik heb geweten dat ik de tweedaagse mountain biken, wandelen en kayaken tour bij Tiger Trail had geboekt. Aanvankelijk ging mijn voorkeur uit naar een andere tour, maar daarvoor was te weinig animo. Als ik had geweten, dat het zo’n zware tocht zou worden, weet ik niet of ik hiervoor had gekozen. Maar wat ben ik trots op mezelf nu ik lekker op een dik kussen in mijn bed zit.
- Het begon met 40 km mountain biken. Voor iemand die nog nooit op zo’n fiets heeft gezeten, valt dat zwaar tegen. Ik dacht toch wel genoeg vlees op die billen te hebben dit te doorstaan, maar niets is minder waar. Je begint eerst rechtop te fietsen, vervolgens schuif je al van je linker- naar je rechterbil en tenslotte zelfs van je linker- naar je rechterbeen. Dan kom je op een punt dat je door je pijngrens heen gaat en gewoon moet doorfietsen over werkelijk onbegaanbare paadjes door een oerwoud van palmen, door riviertjes, over wiebelende bamboehouten bruggetjes en veel te smalle boomstronken een rivier over. Dit alles in een berglandschap! Gelukkig miste de groep mij niet toen ik half wankelend van het pad viel in een bamboehek, dat geen enkele steun biedt, maar gewoon afbrak. Gelukkig nam ik bij een splitsing de goede afslag om weer bij de groep te kunnen aansluiten. Onderweg bleek mijn rugzak ook nog open te zijn gegaan, maar godzijdank verloor ik alleen een zak bananenchips. Tot overmaat van ramp brak mijn ketting, maar toen waren we al bij de rivier en lag de boot (een skiff is er niks bij) klaar om ons over te zetten. Eerst gingen de fietsen naar de overkant en daarna namen wij met z’n vieren plaats, maar zo’n Laotiaans bootje blijkt niet geschikt voor vier westerse volwassenen, dus de groep werd gesplitst.
- Inmiddels was het tijd voor de lunch: gebakken rijst in bananenblad en daarbij overheerlijke zeewierchips (zie fototoelichting: zonnecollectoren).
- Met de tuk tuk werden we naar een olifanten opvangcentrum gebracht. Eigenlijk houd ik niet van dit soort dingen, maar er leek goed voor de opvangdieren te worden gezorgd.
- Vandaaruit weer een bootoversteek naar de Tad Sae watervallen, de twee na grootste van Laos. In het schitterend blauwe water kon worden gezwommen.
- Alsof we nog niet genoeg beweging hadden gehad, moesten we ruim een uur omhoog wandelen (de zeven heuvelen van Nijmegen zijn er niks bij) om bij de homestay te komen.
- De homestay was een gastenhuis in een Laotiaans dorp en woorden schieten eigenlijk tekort om te omschrijven hoe dit eruit ziet. Natuurlijk ken je beelden van tv, maar je moet het zien en voelen om het echt te geloven. Het was een dorp met circa 75 huisjes, maar het minimaal aantal kinderen is zes en er woonden ongeveer 500 mensen. Het merendeel van de huizen is van bamboe met daken gemaakt van een soort helmgras. Dit is een dagtaak voor de bewoners: het helmgras wordt eerst uitgeklopt, dan in de zon gedroogd om uiteindelijk tot een dak te worden gevlochten. De ‘rijken’ van het dorp hebben een stenen huis, daarvan was er slechts 1. De bewoners leven van rijst-, sesam- en hopopbrengst. In het dorp zijn twee waterputten, die als wasplaats voor mens en kleding dient. Voor de gasten was een douche en toilet aangelegd. De douche was een ranzige stenenbak waaruit je met een schep water over je heen moest gooien. Alles was te goor om aan te raken; dus ik heb me beperkt tot mijn vochtige doekjes en tandenborstel. Wel had ik de prinsessenkamer (lees: een roze klamboe). Geslapen heb ik niet op dat stoffige matje. Wat was ik blij met mijn zijde lakenzak. Onze gids Mike had gekookt en we aten samen. Om al deze depressieve beelden een beetje te vergeten, heb ik maar een grote fles bier genomen.
Levensles: ik waardeer mijn appartement meer dan ooit! - Om 7.30 uur stond een gebakken ei met stokbrood klaar en om 8.00 uur gingen we weer een uur aan de wandel naar de kayak plaats.
- De armspieren waren blijkbaar nog niet aan bod geweest. Vier uur kayaken door stroomversnellingen en draaikolken en ook je armen gaan niet meer op of neer. Hoe leuk is het om de verbaasde gezichten te zien als ik gewoon met mijn waterproof camera de rivier instap 🙂. Tussendoor in een dorp noedelsoep gegeten en uiteindelijk bij mijn guesthouse afgezet. Gelukkig was de top kamer vrijgehouden en kreeg ik een warm welkom van de eigenaren. Ik wist niet hoe snel ik onder de warme douche moest kruipen en daar heel lang onder te blijven staan.
Verhaal bij de foto’s
- De zonnecollectoren: dit blijkt zeewier uit de rivier te zijn, dat wordt gekruid en gedroogd op bamboe. Met een hoop olie eroverheen wordt het gegeten als chips. Toppertje!
- Het aapje liep in het dorp en mijn reisgenoot had er een binding mee. Achteraf hoorde ik dat het een weesje was en zijn ouders waren opgegeten, grrrrr.
- De eenden: act of nature 🙂
- Vette hap: om die gedurende vijf dagen vastgelopen rijst mijn lichaam uit te krijgen, maar een lekkere vette hap gehaald aangevuld met zoetigheden.
Bloopers van de tour
- 36 uur met een rugzak lopen in een mouwloos T-shirt; de striemen staan in mijn schouder
- De GPS-tracker vergeten; dus ik heb geen idee waar we allemaal hebben uitgehangen.
[svgallery name=”2012-01-12-laos”]
[anchor id=”11_jan_2012″]
11 januari 2012
Vandaag werd een regeldagje en omdat ik langs veel adressen moest, maar een fiets gehuurd. Eerst op pad voor het ontbijt. Ik had het een en ander op de markt gekocht, maar zoals te lezen is onder opsteker van de dag heb ik uiteindelijk bij een gezellig tentje zitten ontbijten en werken. Daarna heb ik maar liefst twee trips geboekt, details volgen:
- Een bij Tiger Trails
- En een bij Green Discovery
Gelukkig kon ik bij Cold river bijboeken voor bij terugkomst en kan mijn grote rugzak hier blijven. Ik heb namelijk bij beide tours een homestay. Dit betekent dat ik bij Laotiaanse mensen overnacht en jullie dan ook een dagje zal moeten missen 🙁
Wonderbaarlijk vond ik ook nog een USB-hub, want twee gleufjes in mijn laptop is toch wel weinig. Ook Café des Arts heb ik gevonden Odette. Na al die drukte moest ik toch echt gemasseerd worden om daarna via de avondmarkt mijn thuismaaltijd te halen. Geweldig, die zakjes waarin ik het mee kreeg en dat voor het schamele bedrag van € 1,50. Lekker een wierookje ontstoken, genoten van mijn maaltijd en gewerkt. Ga zo snel onder de wol, want om 6.45 uur gaat de wekker; het begint echt op werken te lijken 🙂
Opsteker van de dag:
de ontbijtspulleties die ik op de markt kocht, waren niet geprijsd dus die vroeg ik van tevoren. Gelukkig ben ik nog uit de tijd van het hoofdrekenen en kwam ik uit op 32.000 kippen. Toen ik vroeg wat ze kregen, zeiden ze 40.000 kippen. Toen ik zei dat dat niet klopte, was 32.000 ook opeens goed. Om het nog ingewikkelder te maken, gaf ik 52.000 kippen en moest ik uiteindelijk zelf vertellen hoeveel geld ik terug moest krijgen! Aangezien de dame die mijn sandwich klaarmaakte vervolgens een kwartier half rochelend onder de kraam verdween, was de trek in dit broodje mij geheel vergaan.
Bedankjes van de dag:
Voor mijn lieve zus die werkelijk een geweldig (strak 🙂 ) reisschema heeft gemaakt
Voor mijn lieve vriend die dagelijks alle foto’s upload en de leuke berichten schrijft!
[svgallery name=”2012-01-11-laos”]
[anchor id="10_jan_2012"]
10 januari 2012
Vandaag de busrit van Vang Vieng naar Luang Prubang. Om 9.30 uur werd ik bij het hotel opgehaald door de brommertaxi. Je had ons moeten zien gaan: ik achterop met mijn rug- en buikzak en nog wat losse andere attributen om me heen. Ik had me goed gekleed, want Iny stoot zich niet ……………… Dus in mijn winterkleding (lees: een back packers slobberbroek en T-shirt met lange mouwen) kon ik in de bus nog een plek aan het gangpad bemachtigen. Het was alleen jammer dat er wel een airco was, maar die net even niet werkte, grrr. En ook de vulling die ooit in de skaileren stoelen had gezeten, was verdwenen. Om 9.00 uur begon de rit over hobbels en bobbels, maar dan denk je ach als we straks op de grote weg zijn, wordt het vast wel beter. Wat kan ik soms toch naïef zijn, want er is maar een weg door Laos. Het werd dan ook een soort roller coaster-rit waarbij je niet alleen omhoog en omlaag gaat, maar ook nog in het karretje horizontaal en verticaal heen en weer wordt geschud. We zaten soms bijna met ons hoofd tegen het plafond. Een niergordel had geen overbodige luxe geweest. Ik zat op een driezitter met naast mij een jongen uit Canada en daarnaast nog een dame. Grappig genoeg vielen de dames in slaap en vielen de hoofden op de schouder van die jongen, die zich niet meer durfde te bewegen. We hebben hem dan ook maar gedoopt tot pillow guy :). Onderweg nog tweemaal gepauzeerd en uiteindelijk kwamen we om 15.30 uur in het centrum van Luang Prabang aan. Daarmee kwamen we uit op een gemiddelde van 30 km/per uur. Het kots zakje heb ik niet hoeven te gebruiken, maar ik heb nog steeds een blikke reet (excusez le mot). Het door Odette uitgezochte hotel was toevallig in dezelfde straat, maar de pillow boy wist voor dezelfde prijs een hotel aan de rivier. Dus ook daar room maar even bekeken en wat een toppertje: een kamer met balkon en zijraam, met uitzicht op de rivier en palmen voor slechts € 10,-. Helaas zijn dingen soms te mooi om waar te zijn, want ik kreeg geen WIFI-verbinding. Toen ben ik met mijn laptop door het hotel gaan lopen om te testen waar wel signaal was en dat was bij een kamer zonder balkon enz. Ik ben toch maar geswitcht en hoop morgen de kamer van de pillow guy over te kunnen nemen, want die ligt het dichtst bij het modem en heeft wel rivierzicht. Verder nog een foto van een dame die slapend houvast zocht bij mijn buikzak…..
Ik ben nog de stad ingegaan maar om 18.00 uur is het hier pikdonker en om 19.00 uur had ik het idee alleen over straat te zwerven. Dus snel maar rijst met groenten en ei gehaald en naar mijn kamer gegaan. Nu hoor ik al een haan kraaien dus hoog tijd om te gaan slapen (1.30 uur), maar niet voordat ik jullie bedank voor het groot aantal bezoeken:
[svgallery name=”2012-01-10-laos”]
[anchor id="9_jan_2012"]
9 januari 2012
Ik ben alweer een week in Azië en heb nu al het gevoel dat de tijd vliegt! Ik heb vandaag heel wat uurtjes gewerkt, maar tussendoor gelukkig nog tijd gevonden om te tuben. Hiervoor huur je een binnenband van een vrachtwagen en word je met de tuk tuk naar een hoger gelegen punt van de Nam Song rivier gebracht. Vanaf daar dobber je, met af en toe een stroomversnelling, in ongeveer drie uur naar het vertrekpunt. Alhoewel het een behoorlijk toeristische (lees: dronken ronddobberende Engelsen en Aussies) attractie is geworden, genoot ik toch van het merendeel van de route. Onderweg kreeg ik nog bijna een hartverzakking: ik zag iets tegen een rots aan slaan en dacht aan een vis, maar hoe dichterbij ik kwam hoe meer beweging ik zag, totdat ik dichtbij genoeg was om te zien dat er gewoon een kudde koeien (of iets dergelijks) lag te badderen. Ik durfde niet al te dichtbij te komen, maar kon het toch niet laten om dit unieke beeld vast te leggen. Verder heb ik mijn onderwater camera goed kunnen testen en aan de foto’s te zien, is alles goed gegaan. Ondanks alle toeristen maken de Laotianen toch op alle manier gebruik van de rivier: ze stonden erin te wassen en te vissen. ’s Avonds at ik met een Zwitser, die zat ook alleen in het restaurant en nodigde mij aan zijn tafeltje uit. Toch leuk hoe makkelijk eigenlijk contact gemaakt kan worden en hoe ieder zijn eigen bijzondere verhaal heeft. Hij deed de route op de motor en gisteren ontmoette ik al iemand die het op de fiets deed.
Als afsluiter een foto waarmee ik allemaal naar bed ga 🙂 Ik ga nu razendsnel nog een hotel in Luang Prabang uitzoeken, want ik vertrek morgenochtend al om 9.00 uur daarheen en het schijnt een helse rit te zijn in de mini-bus.
[svgallery name=”2012-01-09-laos”]
[anchor id="8_jan_2012"]
8 januari 2012
De dag begon met een heerlijk ontbijt bij hotel Elephant crossing buiten op het terras en ik nam ook nog twee koffie en een schaal fruit mee naar de kamer en toen begon mijn dag van aardige mensen:
- Omdat ik twee handen vol had, stond ik te klooien om de deur open te krijgen, komt er opeens een stoere tattoo-boy aangerend om mijn bordjes vast te houden.
- Loop ik bepakt en bezakt nog geen 100 meter het hotel uit stopt er een Russische Amerikaan die vraagt of ik een hotel zoek wat inderdaad het geval was. Hij kon mij er wel een aanbevelen voor slechts € 6,- per dag. Aangezien ik in mijn assertiviteitsvakantie zit, ben ik er gewoon heengegaan en vraag tegenwoordig eerst: Can I see loom? Kamer was prima dus nu verblijf ik in hotel Nazim. Daar het vorige hotel een rib uit mijn lijf was, kon ik wel wat compensatie op de begroting gebruiken.
- Fiets ik als farang door het stadje komt er een Laotiaanse op een brommer aan, die heel enthousiast Sawadee tegen me begint te roepen. Op zo’n moment is het toch jammer, dat ik zo slecht in gezichten onthouden ben ……. Wie was dat ook alweer? Ik begin me trouwens ook al aan te passen aan de gewoonten van het land: schoenen uit voordat je naar binnen gaat.
Ik had dus een hotel en kon weer op pad. Vandaag moest dat maar op de fiets gebeuren met als doel de Tham Jang-grotten. Nadat ik drie kaartjes had gekocht, de eerste om het terrein op te mogen, de tweede voor mijn fiets en de derde voor de uiteindelijke toegang tot de grotten, moest ik voor mijn dure geld (totaal € 1,90) ook nog een mega-trap beklimmen. Gelukkig was het de moeite waard en genoot ik van het uitzicht en de grotten. Daarna kon je beneden ook nog een duik in het water nemen. Inmiddels was ik al weer hongerig geworden en besloot de stoute schoenen aan te trekken om bij een kraampje van een local zoete aardappel en baaaanaaaanaaa chips te kopen. Al smullend hiervan aan de rand van de rivier was ik voor drie kleine Laotiaanse kinderen een attractie geworden. Ze moesten plaatjes kijken in mijn Lonely Planet en zien hoe mijn camera werkte als dank kreeg ik (dode) boombladeren van ze en bij ieder blad een diepe buiging en een Sawadee ka. Toen ik vertrok moest ik al die bladeren in mijn fietsmand meenemen. Het werd tijd voor een kopje koffie voordat ik naar de volgende grot zou gaan. Dat werd iets meer dan een kop koffie, want ik raakte twee uur in gesprek met Aussies en ik moest van al hun heerlijke eten proeven (naar, he?). Komt het toch nog goed met dat budget, sis 🙂 De tijd begon te dringen, want ik moest nog naar de wasserette en mijn fiets weer inleveren. Tussendoor nog wat gewerkt en daarna nog genoten van loempia’s en een massage.
Weetjes: honden, kippen en koeien horen hier in het vaste straatbeeld.
Klein (althans vind ik zelf) bloopertje van de dag: met een camera met lege batterij op stap gaan (de reserve lag uiteraard op het nachtkastje).
[svgallery name=”2012-01-08-laos”]
[anchor id=”7_jan_2012″]
7 januari 2012
Wat ontzettend leuk dat zoveel mensen mij volgen waarmee ik het idee heb niet alleen te reizen, maar samen met jullie een groepsreis doe. Hartelijk dank ook voor alle berichten. Ik smul ervan.
Vandaag heb ik gelukkig hotel Vayakorn verlaten. Mocht je ook naar Vientiane gaan, geniet dan van de luxe van hotel Be Na cam, dat eveneens ook een schitterende massagesalon heeft. In ieder geval werd ik om 9.30 uur met een tuk tuk opgepikt om daarmee naar de touringcar te worden gebracht, die ons in vierenhalf uur naar Vang Vien bracht. Onderweg verbaasde ik me over zoveel dode bomen, maar toen ik zag dat ook de huizen bruin waren, viel het kwartje: het is allemaal stof! Ik had veel lol in de bus met een groepje dames uit Nong Khai om een man die reisde met drie mega koffers en twee schilderijen, die halverwege de rit naar beneden kwamen door het slechte wegdek. Toen ik later door Vang Vien liep, hoorde ik opeens op z’n Thais mijn naam roepen en moest ik gelijk aan tafel schuiven bij de dames. Heerlijke vis gegeten en ze wilden me ook meenemen om te stappen, maar dan voel ik me opeens toch oud naast 25-jarige 🙂
Helaas was het geplande hotel vol en heb ik bij het buurhotel, the Elephant crossing, voor 1 nacht een plek kunnen boeken. Terwijl ik dit schrijf, geniet ik van een geweldige kamer met een nog mooier uitzicht. Helaas moet ik morgen dus weer verkassen, omdat het hier fully booked is. Dus ik heb vanmiddag al rondgekeken en waarschijnlijk een ander leuk plekje gevonden. Gelijk maar even een zak wasgoed weggebracht, die ik morgen weer kan ophalen. Nog een pannenkoekje gegeten en de dagelijkse dagsluiting: een massage.
Blooper van de dag: in je zomer outfit vierenhalf uur in een airco-bus gaan zitten. Om weer warm te worden, ben ik maar achter het gordijn gaan zitten.
[svgallery name=”2012-01-07-laos”]
[anchor id=”6_jan_2012″]
6 januari 2012
Vandaag een luierdagje. Tot 13.00 uur op mijn laptop in mijn kamer (Mike, de kamers bij jou in de koepel zijn beter 🙂 ) gerommeld. Toen genoten van een echte Hollandse lunch, een broodje Edam-kaas en een uurtje met Nederlanders gekletst. Lekker geluierd aan de inmiddels alweer bijna drooggevallen Mekong river en me daarna lekker laten verwennen met een manicure, facial en massage. De masseur was een op-en-top homo die zelfs mijn haarspeldje in deed, wat een lol had ik en wat is een Laotiaanse massage geweldig! Na mijn broodje falafel met een vers kokossapje nog tweeënhalf uur gezellig met Odette zitten kletsen. We hadden elkaar tenslotte al bijna een week niet gesproken 🙂 Morgen om 9.30 uur verlaat ik Vientiane om op weg te gaan naar Vang Vieng; weer 160 km noordelijker.
[svgallery name=”2012-01-06-laos”]
[anchor id=”5_jan_2012″]
5 januari 2012
Vandaag was een spannende dag: hoe zou dat gaan bij de grensovergang Thailand-Laos? En eerlijk gezegd, was het gewoon een groot (geld)stappenplan:
- begonnen bij de tuk tuk how much to bridge? En voor 50 bath (€ 1,25) werd ik erheen gereden en ook nog in mijn rugzak gehesen 🙂
- langs de Thaise douane, was een rondje van het huis
- buskaartje kopen, 15 bath
- met de bus over de Friendship bridge naar de Laos-zijde; rugzak werd letterlijk op straat gepleurd
- stempel in paspoort, $ 35,-
- langs de Laotiaanse douane, nog een rondje van het huis.
En daar stond ik opeens in Laos. Dus gelijk maar Laotiaans geld gehaald: 516.000 kippen = € 50,-. Ik loop nu met vier soorten geld rond, maar goed de tuk tuk naar Vientiane moest ook worden betaald. Deze zat redelijk vol met zeven man en bovenop bagage, maar ze kijken niet zo nauw: dus klep open en nog iemand met bagage erbij. Tot mijn verbazing pikte die onderweg ook nog een paar mensen op, zodat we uiteindelijk met 12 man in dat ding zaten. Ik werd netjes voor hotel Vayakorn afgezet, maar die hadden pas vanaf 19.00 uur een kamer beschikbaar. Dus gelijk maar weer op pad naar wat Sokpaluang. Een park waarin alleen monniken wonen in allemaal kleine huisjes en waar bezoekers gebruik mogen maken van een hout gestookte sauna en een top-masseur. De lunch was erbij ingeschoten, dus het werd hoog tijd voor restaurant the Riverside. Sorry, zus, maar volgens mij is die getransformeerd in een openbaar toilet. Kon het echt niet vinden, dus ben uiteindelijk bij een Frans restaurant neergestreken om een Italiaanse pizza te eten (ik volg het ook niet meer helemaal hoor 🙂 ). DE tarte tartin heb ik meegenomen naar het hotel, waar ik uiteindelijk pas om 19.45 uur de kamer in kon.
Blooper van de dag: 6 keer teveel betaald voor de taxi.
Weetje van de dag: ze rijden hier gewoon weer rechts.
[svgallery name=”2012-01-05-laos”]’>